Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB2098

Datum uitspraak2007-08-21
Datum gepubliceerd2007-08-23
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers05/5232 WAO
Statusgepubliceerd


Indicatie

Intrekking WAO-uitkering. In beginsel oordeel van onafhankelijke door de bestuursrechter ingeschakelde deskundige volgen.


Uitspraak

05/5232 WAO Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [Appellante], tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 7 juli 2005, 04/428 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellante en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv). Datum uitspraak: 21 augustus 2007 I. PROCESVERLOOP Namens appellante heeft mr. B. Wernik, advocaat te Haarlem, hoger beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 juli 2007. Appellante is verschenen bij gemachtigde mr. Wernik. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.H.A.H. Smithuysen. II. OVERWEGINGEN Bij besluit van 2 september 2003 heeft het Uwv de uitkering van appellante ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, welke laatstelijk werd berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%, met ingang van 2 november 2003 ingetrokken, onder de overweging dat de mate van appellantes arbeidsongeschiktheid met ingang van laatstgenoemde datum minder dan 15% was. Bij besluit van 18 februari 2004, verder: het bestreden besluit, heeft het Uwv het bezwaar van appellante tegen het besluit van 2 september 2003 ongegrond verklaard. Nadat op verzoek van de rechtbank de arts F.M. Westerbos als deskundige over de gezondheidstoestand van appellante had gerapporteerd, heeft de rechtbank, die de bevindingen en het oordeel van Westerbos heeft gevolgd, het beroep van appellante ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante gesteld dat haar psychische en lichamelijk klachten zijn onderschat. Het Uwv conformeert zich in hoger beroep aan de aangevallen uitspraak. Het gaat in dit geding om de beantwoording van de vraag of het oordeel van de rechtbank over het bestreden besluit in rechte stand kan houden. De Raad beantwoordt deze vraag bevestigend en stelt zich achter de overwegingen van de aangevallen uitspraak. Daartoe overweegt de Raad dat in zijn vaste rechtspraak ligt besloten dat de Raad het oordeel van een onafhankelijke door de bestuursrechter ingeschakelde deskundige in beginsel pleegt te volgen. Van feiten of omstandigheden op grond waarvan het aangewezen voorkomt in dit geval van dat uitgangspunt af te wijken, is de Raad niet gebleken. De Raad is van oordeel dat het door de onafhankelijke en onpartijdige deskundige Westerbos verrichte onderzoek volledig en zorgvuldig is geweest. Bovendien heeft appellante in hoger beroep geen nadere, van (behandelend) artsen afkomstige, medische informatie naar voren gebracht die een ander licht werpt op haar medische situatie op de datum in geding, 2 november 2003. De aangevallen uitspraak komt daarom voor bevestiging in aanmerking. De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Bevestigt de aangevallen uitspraak. Deze uitspraak is gedaan door K.J.S. Spaas. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M. Gunter als griffier, uitgesproken in het openbaar op 21 augustus 2007. (get.) K.J.S. Spaas. (get.) M. Gunter. SSw